Dit hekeldicht sluit af met de aanklacht:
Maar de Bataefsche Maeghd, Helaes! dit is gheen loghen,
die wordt nu van een Kalf (rechtzinnige Calvijnen), dat sij heeft opghetoghen,
gheschonden, inden schijn van een onnoosel Lam.
Na zijn dood was de auteursaanduiding R. T. blijkbaar geen probleem meer.